School: taal
Galgje
Galgje, wie kent het niet? Het spelletje bestaat al ik-weet-niet-hoe-lang, maar is nog steeds erg leuk om te doen. Print de download uit en je kunt beginnen. Veel speelplezier gewenst!
Letterkaartjes
Leuke posters met de woordsoorten
Een collega was op zoek naar vrolijke posters met de woordsoorten erop voor in de klas. Maar de perfecte poster kon ze niet vinden, dus ben ik lekker aan de slag gegaan! Als je nog meer informatie zoekt over woordsoorten (en zinsontleding), scroll dan een stukje naar beneden.
De AU en de OU en de EI en de IJ
Als kinderen nog niet zo lang lezen en schrijven (of iemand vindt het gewoon moeilijk), zijn er een paar dingen die zij lastig vinden. Twee daarvan zijn de au/ou en de ei/ij. Misschien heb je als ouder weleens gehoord van de termen 'atje au' en 'otje ou', of van 'eitje ei' en 'ijsje ij'? Dit zijn handige manieren om het verschil tussen au/ou en ei/ij aan te duiden. Ik ben lekker aan het tekenen gegaan en heb een paar handige geheugensteuntjes gemaakt. De grote variant kun je aan de muur hangen, de kleinere plaatjes kun je bijvoorbeeld op je tafel plakken.
Het verschil tussen de 'b' en de 'd'
Nog zo'n lastig iets voor veel beginnende lezers: het verschil tussen de 'b' en de 'd'. Want zeg nou zelf: het verschil is ook wel heel erg klein! Ook hier heb ik een geheugensteuntje voor gemaakt, zowel in het groot voor aan de muur, als in het klein voor op je tafel.
Tip: steek je RECHTERduim op, en je ziet meteen de 'd' van duim.
Het verschil tussen de 'f' en de 'v'
Nog eentje waar veel beginnende lezers mee te maken hebben: het verschil tussen de 'f' en de 'v'.
Nu lijken deze letters helemaal niet op elkaar, maar ze klinken wèl behoorlijk hetzelfde! Hier is een handig geheugensteuntje voor: de 'f' klinkt alsof er lucht uit een fietspomp gaat. Vandaar dat veel juffen en meesters het hebben over de 'fietspomp f'. Voor de 'v' wordt vaak de term 'visje v' gebruikt.
Nu heb ik hier niet 1, maar 2 handige geheugensteuntjes voor gemaakt: de ene met de veel gebruikte term 'visje v', de andere met de term 'vogel v'. Kijk maar welke je het handigst vindt.
Pim Pam Pet
Als je kind veel bezig is met lezen of letters, of het heeft juist wat extra oefening nodig, dan is Pim Pam Pet een superleuk spelletje om thuis te doen! De officiële kaartjes bij het spel kunnen alleen nog niet worden gelezen en sommige zijn ook erg moeilijk.
Ik heb kaartjes gemaakt met een plaatje, zodat je kind zelfstandig het spelletje kan spelen. Print ze uit op stevig papier, knip ze uit en spelen maar!
Korte en lange klank (toren, tooren of torren?!)
Ja, een van de lastigste dingen om te leren en om uit te leggen, vind ik zelf! Dit handige hulpje maakt het hopelijk nèt iets makkelijker. Nog een tip: vraag uitleg aan de juf of meester van je kind en kijk ook rond op internet. Er zijn meerdere sites waar schoolse zaken duidelijk worden uitgelegd, soms zelfs met filmpjes erbij.
Spellinghulp persoonsvorm (hij raad, hij raadt of hij raat?!)
Ook weer zo'n lastige... Veel ouders weten het zelf niet eens zo goed, laat staan dat zij hun kind hierbij kunnen helpen. Ook hier geldt (met 'dt'): praat met juf of meester en kijk rond op internet. Succes!
Stam bepalen
Als je de persoonsvorm goed wil schrijven, moet je de stam van een woord weten. Maar hoe moet dat dan? Wel, hier is het antwoord!
Aan kinderen die het allemaal erg lastig vinden zeg ik altijd: "Zet je brein een klein tandje lager en volg heel strak de regels."
Deze tip past trouwens bij heel veel schoolse dingen, van een stam bepalen bij taal, tot een optelsom onder elkaar uitrekenen.
Leestekens en citaten
Twee handige hulpjes bij het schrijven van een tekst: een simpel lijstje met alle leestekens en een uitleg over hoe je een citaat (een citaat betekent dat je iemand wat laat zeggen) in een tekst zet.
Hoofdletters
Nog een handig hulpje bij het schrijven van een tekst: wanneer moet je ook alweer wèl of juist gèèn hoofdletter schrijven? Met deze uitleg is het meteen duidelijk!
Leesstrategieën
Op school heb je twee manieren om te lezen: technisch lezen en begrijpend lezen. Eerst leer je technisch lezen, oftewel: je kunt lettertjes aan elkaar plakken in je hoofd. De letters b, o en s vormen samen het woord bos.
Wanneer je technisch kunt lezen, ga je begrijpend lezen. Maar wat is dat dan? Wel, het woord zegt het al: je begrijpt wat er staat. Lees je het woord bos, dan denk je aan een hoop bomen bij elkaar.
Elk moment dat je leest, ben je begrijpend aan het lezen. Meestal doe je dit niet bewust. Als je even een appje van iemand leest, snap je meteen wat hij of zij bedoelt met de tekst. Of lees je een goed boek, dan zit je gewoon lekker in het verhaal, zonder je veel vragen te stellen. Maar er zijn ook momenten wanneer je heel bewust een paar strategieën kunt gebruiken om een tekst goed te begrijpen. Dit is vooral handig als je wat moet leren van de tekst. Voor scholieren en studenten -vooral degenen die lezen moeilijk vinden- zijn deze strategieën dus superhandig!
Op internet zijn veel verschillende leesstrategieën te vinden. Ook op school krijgt je kind les in begrijpend lezen en dus in leesstrategieën. De strategieën die ik hiernaast heb beschreven, komen uit een werkboek van mijn stiefzoon Cedric. Hij is erg dyslectisch en had moeite met de uitleg in het boek. Ik heb daarom de uitleg wat vereenvoudigd.
Nog een paar tips voor kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen:
- Praat eerst met juf of meester over de strategieën die zij gebruiken op school. Misschien hebben ze goede plaatjes die je thuis kunt gebruiken. Ook op internet is er veel te vinden!
- Laat je kind veel lezen en praat er daarna over. Het maakt niet uit wat, van Donald Duckjes tot luisterboeken, voorlezen is ook prima. Het gaat erom dat je kind leert de juiste informatie uit de tekst te halen.
Taalkundig en redekundig ontleden of: woordsoorten en zinsontleding
Herinner je het nog; het zelfstandig naamwoord, het bijwoord en al die andere dingen die je sinds je schooltijd nooit meer hebt gebruikt? Als je kind hier thuis wat extra hulp bij nodig heeft, kan ik me goed voorstellen dat het erg lastig is om te helpen.
Waarom moet je dit eigenlijk allemaal leren? Lezen en rekenen zijn dingen die je elke dag wel doet, maar zinnen ontleden niet bepaald. Toch is het belangrijk dat kinderen dit leren. Door woordsoorten te benoemen en zinnen te ontleden, leer je de grammatica van onze taal. Oftewel: je begrijpt hoe de taal in elkaar zit. En die kennis helpt je foutloos te schrijven en helpt je bij het leren van een andere taal.
Wat is het verschil tussen woordsoorten en zinsontleding? Wel, de woorden zeggen het eigenlijk al:
- Bij woordsoorten (taalkundig ontleden) kijk je naar elk afzonderlijk woord en bepaal je tot welke categorie dat woord hoort. Van de meeste woorden staat vast wat voor soort woord het is. Het woord ’tafel’ is bijvoorbeeld altijd een zelfstandig naamwoord.
- Bij zinsontleding (redekundig ontleden) hak je een zin in stukjes. Elk stukje zin (= een zinsdeel) heeft een bepaalde functie in die zin. Een zinsdeel kan bestaan uit meerdere woorden, maar ook uit een enkel woord.
Bij zinsontleding moet je een bepaalde volgorde aanhouden, bij woordsoorten hoeft dat niet (je kunt gewoon de zin van begin tot einde langsgaan).
Hieronder vind je drie downloads: ik heb kaartjes gemaakt waar de verschillende woordsoorten en waar de onderdelen van de zinsontleding heel beknopt worden uitgelegd. Print ze uit op stevig papier en knip ze uit. Je kunt de kaartjes gebruiken als geheugensteuntje bij het benoemen van de woordsoorten en bij het ontleden van zinnen. Is er een onderdeel dat je niet helemaal begrijpt? Kijk dan eens rond op internet. Bij onzetaal.nl en jufmelis.nl vond ik duidelijke en uitgebreide uitleg.
De derde download is een wat grotere kaart, waar de vier eerste stappen op staan van zinsontleding.
Tussenklanken (pannekoek of pannenkoek?)
Ik moet iets bekennen: ik heb in het verleden in het buitenland gewoond en sindsdien heb ik moeite met de tussenklanken bij samengestelde woorden. Kortom, ik kan maar niet onthouden of het nou pannekoek of pannenkoek is! Dus heb ik niet alleen voor jou, maar ook voor mezelf dit Handige Hulpje gemaakt (het juiste woord is trouwens pannenkoek 😉 ).